zondag 24 december 2006

Elegantie

Tussen mij en Sartre wordt het nooit wat.

Zelf heb ik een zwak voor een filosofie die het aandurft om sporadisch wat speels en lichtvoetig te zijn, die me enige ademruimte geeft.
Sartres levensbeschouwing daarentegen is geen nachtelijke pirouette maar graven en wroeten in een duister magma. Voortdurend devalueert hij de werkelijkheid met zijn eendimensionale somberheid. Het is een tocht doorheen een wereld van weglatingen. Ik neem er nota van, maar kijk verheugd de andere kant op.

En plots is er een moment dat mijn communicatiebarrière met Sartre wegvalt: wanneer hij mijmert over elegantie. Net als bewondering of droefenis is dit een puzzelwoord, een cryptisch gegeven waar ieder zijn eigen vorm en glans aan geeft. Toch weet Sartre het te definiëren met een glasheldere diepte: "Elegantie is het ogenblik waarop het Zijn verandert in een Verschijnen." Een omschrijving met de precisie van een wiskundig axioma. Sartres definitie helpt me om film en fotografie te beschouwen als 'enablers' van de elegantie: ik vang een bepaald beeld of compositie op en merk onmiddellijk de lichamelijke bijwerking. Ik kijk niet langer maar staar; mijn adem stokt. Ik begin te verlangen.

Ooit was elegantie de brandstof van onze beeldcultuur.