zondag 26 oktober 2008

Roxy Music

Waarschijnlijk de band met de mooiste naam: Roxy Music. Er drijft een onvergankelijke kracht en schoonheid langs die twee woorden, een fanatisme van de stijl. Zelfbewuste elegantie kreeg in muziek zelden zo'n visuele invulling. Roxy Music was de laatste groep die het monopolie bezitte op wat we doorgaans omschrijven als 'allure'.

Dat mondain en commercieel succes dankten Bryan Ferry en zijn muzikanten aan de andere wereld die ze in tekst en videoclip vol flair neerzetten, een sprookjeswereld waarin pop-art tot leven kwam. Nummers als 'Dance Away', 'Angel Eyes' of het zijdezachte 'Avalon' entten zich naadloos in het pantimonium van een tijdloze Europese verfijning. Elke oneffenheid werd zoals in de hypothese van de glamour weggestreken. De look was even belangrijk als de muziek. Voor de carrière van een vrouwelijk model bleek de stempel van Roxy-girl op de cover van een van hun hoezen belangrijker dan een fotoreportage in Vogue. Roxy Music was een band die de toekomst van de glamour uitschreeuwde, lang voor het Cool Brittania van Tony Blair.

(Glamour neemt het lijflijke weg. Als enige kunstvariant bezweert het de zwaartekracht in een figuur van licht, waardoorheen het fantasme van het publiek stroomt. Glamour maakt van het lichaam een tekening; het topt de fysieke directheid af, stoeit met schijnmanoeuvres. En telkens beukt het in op je perceptie, imperatief en onweerstaanbaar, met de blinde kracht van een gedachtenrijm.)

Roxy Music is een schitterende erfenis uit de wende van de jaren zeventig en tachtig. Een onvergetelijke illustratie van wat de tijd aan ons dertigers heeft ontstolen: ergens een bepaalde manier van leven, van feesten. Van vol in het leven te staan en daarvan te genieten, te dromen. Het zijn beelden en gevoelens die we niet gemakkelijk kunnen vasthouden: hun muziek klinkt na al die jaren dezelfde, maar wij zijn dat helemaal niet meer. De songs van Roxy Music grijpen terug naar dat warme donsnest van de jeugd. Hun muziek is een spiegelbeeld dat de schaduw van het ouder worden eventjes doet vervagen.

zondag 12 oktober 2008

Cary Grant

Giorgio Armani loofde hem als "a man with a gracious manner, a timeless elegance, onscreen and off, that comes from the inner self, the true essence of style". Bij veel mannen is een pak een misplaatste investering, maar voor Cary Grant maakte het deel uit van zijn integriteit. Meer dan welke vrouw benaderde Grant het culminatiepunt van glamour. Niet die glamour van de exuberante jaren dertig, wel van de ingehouden jaren veertig.

Je ziet hem nooit de eerste stap zetten. Hij is zelden de impulsieve of actieve verleider. Bij Cary Grant draait het om verwondering; telkens is hij te verrast over de onverwachte (en bovenal ongevraagde) situaties waarin hij verzeilt. Hij stapt door het beeld met een enorme generositeit en tolerantie, al zit iedereen hem steeds op de huid.
Elke ontmoeting van Cary Grant met een vrouw is hilarisch. Door zijn verwondering en amoureuze onschuld brengt hij bij iedere vrouw verwarring teweeg. Het vrouwelijke verbaast hem warm, oprecht en intens. Het leidt tot struikelende onhandigheid en mummelende sprakeloosheid en maakt van de liefde een aandoenlijke scherts. Maar nooit -en dit is het mooie- tuimelt hij in de sombere frustratie of diepe rancune van een gekwetste mannelijkheid (tijdens een teleurstelling grijpt hij eerder naar het understatement: de plotse berekening, de boze irritatie, het afstandelijk maar kortstondig wantrouwen). Bij Cary Grant is geen enkele vrouw onderworpen of gevloerd. Hij doet ze allemaal stralen.

Cary Grant bracht een thrillerelement in de komedie en humor in het thrillergenre. Alfred Hitchcock capteerde dit meteen en gaf een eigen draai aan het imago van Grant: de fysieke vaardigheden werden in 'Suspicion' een façade waarachter zich een cynische manipulator verbergt. Hitchcock gebruikte die dubbele bodem om aan Grant een sombere achtergrond te geven, een duister romantische inkleuring. Niet toevallig werd 'Suspicion' een van de minst gesmaakte films van Hitchcock. Later zou hij Cary Grant in 'To Catch a Thief' en 'North by Northwest' opnieuw succesvol boetseren naar de essentie: het verleidelijkste mannelijke stijlicoon ooit.

donderdag 2 oktober 2008

The Ballad of Lucy Jordan

The morning sun touched lightly on the eyes of Lucy Jordan
In a white suburban bedroom in a white suburban town
As she lay there ’neath the covers dreaming of a thousand lovers
Till the world turned to orange and the room went spinning round.

De gebroken rook in de stem van Marianne Faithfull. Ze belichaamt mooi de verborgen treurnis die elke introverte vrouw verbergt, vaak negeert. Die bedeesdheid leidt herhaaldelijk tot een uitvergroting, een aanwas van verlangens in een zelfgecreëerd, gesloten universum: de dagdroom. Voor de extraverte (man / vrouw) lijkt dit fantasia volledig wereldvreemd, een gril die ze slechts herkennen binnen de conventies van theater en film. De dagdroom is het harnas van de sprakeloze, een escapsime voor het grote gelijk dat de extraverte steeds propageert.

At the age of thirty-seven she realised she’d never
Ride through Paris in a sports car with the warm wind in her hair.
So she let the phone keep ringing and she sat there softly singing
Little nursery rhymes she’d memorised in her daddy’s easy chair.

De realiteit: dat is de grote deur die open waait en vrieslucht binnenlaat. Dagdromen botsen er dodelijk tegen. Er is weerstand van materie, van zwaarte en het gewicht der dingen. Ze vallen tussen de plooien van het bestaan en vinden daar hun meest tastbare intimiteit.

The evening sun touched gently on the eyes of Lucy Jordan
On the rooftop where she climbed when all the laughter grew too loud.

De vrouw die op volwassen leeftijd dagdroomt behoudt iets van het adolescente meisje dat de te lange mouwen van haar trui naar beneden trekt en met de vingers de rand ervan vastklemt. Ze heeft geen zin om het in spel van de werkelijkheid mee te spelen, ze is enkel bang dat de alertheid van haar fantasie dooft. Zo kruipt ze weg en staart ze naar de dromen die als een langgerekte nevel van jaren aan haar voorbijtrekken. Maar het langzaam loslaten van die dromen is geen nederlaag: het is een mooie manier van oud worden. Want in het residu van dromen zit de meeste schoonheid. Alleen weet ze dat nog niet.