zondag 27 april 2008

Jarhead

Een oorlog leeft evenzeer in het hoofd als in het lichaam van de soldaten. Hoe die oorlog langzaam inbeukt op hun persoonlijkheid is het onderwerp van 'Jarhead'.

Sam Mendes regisseerde met 'Jarhead' geen reguliere oorlogsfilm, gedrenkt in zelfopoffering en heldhaftigheid. Hij afficheert de Eerste Golfoorlog als een onmogelijk portret, een eldorado van manipulatie, als de utopie van een collectief. Een oogstrelend ballet van valse illusies en perverse compromissen. Zijn film voelt vreemd inert aan: de actie wordt hier met een minteken geschreven. Er is ruimte voor de immense stilte van het zand, het is 'wachten op Godot in de woestijn'. Doelloosheid en niet het geweld schuift naar voren. Toch is dit geen aderlating voor 'Jarhead'. Integendeel. Sam Mendes trekt het genre verder omhoog, hij verrijkt het. Hij corrigeert het (vermeende) beeld van de soldaat en observeert hem door de verschillende prisma's van de realiteit.

Beschermen en doden definiëren de roeping van elke legereenheid. Ze zijn exemplarisch voor haar bestaansrecht. Zonder die tweespalt krijgt de soldaat -en vooral het elitekorps, de marine- geen vat op het gebeuren en vernauwt de werkelijkheid tot een snoer van dagelijkse beslommeringen. Zijn hele opleiding is erop gericht zichzelf (mentaal) en de Andere (fysiek) uit te schakelen. Die drang om te doden is een fundamenteel gegeven, een vertaling in haat van de liefde voor het vaderland. Het wachten is voor de soldaat echter onvertrouwd en tegennatuurlijk; een scharnierbeweging tussen bevel en vrijheid. En daarom iets heel dubbelzinnig. Tijdens zijn training schoolt de overheid hem tot een volmaakte figuur, een ideale vechtmachine. En perfectie vereist actie. Het wachten is een crisis van die perfectie; een nostalgie naar onmiddellijkheid, naar avontuur.

De wig van dit lege wachten en het verlangen om te doden vormt de opgespannen vossenklem van 'Jarhead'. En die scherpgetande klem blijft altijd in je achter. De onschuld komt nooit meer terug.

"A story. A man fires a rifle for many years... and he goes to war. And afterwards he comes home, and he sees that whatever else he may do with his hands - build a house, love a woman, change his son's diaper - his hands will always remember the rifle."

zaterdag 19 april 2008

Gene Tierney

Met haar onvergankelijke schoonheid en prikkelende geheimzinnigheid schonk Gene Tierney de film noir het thema van de obsessie. Scenaristen bedachten telkens een verhaal rond haar gezicht, een plot waarbij iedere tegenspeler emotioneel bankroet ging. Voor haar mix van exotisch mysterie en oer-Amerikaanse trekken sloegen mannen zwaar slagzij. Ofschoon ze behept was met alle kwaliteiten van Hollywood (talent, bekoorlijkheid en intelligentie) eindigde haar leven vol nachtschade, in donkere tegenspoed en wanhoop. Ze zorgde bij het publiek voor een sprookjesachtig geloof in het fotografische beeld, maar tijdens haar carrière incasseerde ze een miskraam, gaf ze leven aan een gehandicapt dochtertje, werd ze gedumpt door J.F. Kennedy, leed ze aan chronisch geheugenverlies en onderging ze talloze electroshocktherapieën. Gene Tierney was een vrouw mishandeld door haar lotsbestemming. En zo werd ze de unluckiest lucky girl in the world. Het meisje dat voor iedereen het beste wenste en in het dagelijks leven balanceerde tussen schenkende generositeit en gereserveerde voorzichtigheid, gleed zelf ver af.

Op het filmdoek speelde Tierney een monoloog met licht en camera, in de vork tussen sensualiteit en kilte. Net als iedere femme fatale is haar houding een weefwerk van tonen en verbergen, van accentueren en desaccentueren. Een strategie die de kledij als uitgangspunt heeft, die zich uit in het vallen van een stof, in de snit van een silhouet. Ze had haar lichaam zo in de hand dat ze het tot perfectie kon stileren. Vooral de zachte veerkracht van ogen en mond was haar domein. Het resultaat is steeds erg mooi en aangrijpend. Er zijn gelaatsuitdrukkingen in haar spel die even doeltreffend zijn als een dodelijk schot bij een duel. Elke vouw van emotie treft raak. Dankzij die efficiëntie werd haar gezicht mythisch in een bepaald formaat van het kader: de photogallery, de fanzine, de perscampagne. In het fenomeen van de close-up.

Gene Tierney maakte glamour zichtbaar langs een aangeboren potentieel: niet absoluut (en om die reden niet artificieel zoals Marlene Dietrich met haar geglaceerde charme) maar buitengewoon zuiver, vol naturel. Haar onderkoelde aanwezigheid was de ultieme vorm van klasse en chic. Een femme fatale wiens schoonheid zich onherroepelijk kristalliseert in de magie van het beeld. Na haar veertigste knipte ze de banden met Hollywood echter voorgoed door en trok ze zich terug in het diepe binnenland. Daar sleet ze de rest van haar leven. Haar vlucht naar de anonimiteit was als een nieuw uithangbord: "gesloten wegens succes".


maandag 14 april 2008

Eyes Without a Face

Niemand denkt bij het beluisteren van dit nummer aan een optimistische uitkomst. 'Eyes Without a Face' klinkt als een zachtjes cruisen door de duisternis, een nachtelijke tocht met de gondel. Het is een poging om de laatste uitdrukking van een verlangen vast te pinnen, net voor het verdriet zijn slopingswerk verricht. Billy Idol schreef hiermee één van de monumentale ballads die de jaren tachtig patenteerde.

Weinig figuren ontroeren zo intens als de punker die soft wordt: hij is een paradoxaal personage, een man in onevenwicht. Waar hij doorgaans weigert om het collectief te omhelzen, gaat hij plots op zoek naar zielsverwantschap. Kwetsbaar en naar binnen gekeerd. Dankzij de ballad is hij niet meer niet de monologerende rebel, maar bouwt hij op de impulsen van aanwezige toehoorders. Hij bezingt het verhaal van anonieme mensen wier levensverhaal tot ons doordringt omdat we dezelfde ervaringen delen. Zijn houding wil niet langer hermetisch zijn, het denken rukt zich door de introspectie los uit een isolatie. Hij laat een dimensie vermoeden die wij niet zagen aankomen. Geheel onverwacht houdt hij de universele achterkant der dingen in het oog. Het is de hunkering naar betekenis, naar een identificatie.

'Eyes Without a Face' portretteert in elkaar rollende gevoelens van onzekerheid en trots. Het schetst een passie die even schitterde in een opwaaiende wolk van energie en afstompt door het samenzijn. De wensdroom zal uiteindelijk niet in vervulling gaan. En toch wordt diezelfde droom halsstarrig in leven gehouden. Maar langzaam raken de onderlinge proporties ervan zoek en het verlangen schilfert af tot een hulpeloos (en hopeloos) om zich heen slaande verwarring. De densiteit van de herinnering verdunt tot bitterheid. Een verdriet dat uitdeint van inktvlek tot kosmos. En zo komt aan elke feeststoet een einde. Ook aan die gezichtsloze liefde waaraan men de eeuwigheid toedicht. De tuil bloemen wordt een bundel onkruid.

"Les yeux sans visage, eyes without a face"


zondag 13 april 2008

2046

Slechts enkele malen in je leven stoot je op een film die zich aanschurkt tegen de perfectie. De Chinese regisseur Wang Karwai benadert het medium onaards mooi en ontroerend: zijn mise-en-scène getuigt van een somptueuze adoratie voor het beeld, een attitude die uit de westerse cinema helaas verdwenen lijkt. Het draait daarbij niet om het verhaal maar om de ervaring. '2046' ontvouwt zich als een reusachtig labyrint waarin mensen aan het dromen slaan. Zowel de acteurs als de toeschouwer. Deze caleidoscopische ontleding van eenzaamheid, onbeantwoorde liefde en gemiste kansen schetst een ingesloten wereld waar iedereen als een voyeur naar mekaar kijkt. Een ruimte van schijnlogica gedrapeerd rond persoonlijke fantasieën.

Fictie en werkelijkheid, verleden en toekomst vervlechten zich in '2046' tot een sensueel amalgaam, tot een mozaïek van verhalen en herinneringen. Karwai aquarelleert weelderige beelden van elegante vrouwen die mysterie verspreiden langs kleinste gestes: een sigaret die in slow motion naar de lippen wordt gebracht, een actrice die stilletjes huilend tegen de muur van haar kamer leunt, de erotiek van een handschoen. Het grijpt meteen naar de keel. Hierin herken je de verbluffende subtiliteit en het oog voor detail van de cineast.

'2046' handelt over de 'valse triste' van de hartstocht, de kater na de liefde. Zwevende herinneringen van een nooit geconsumeerde begeerte. Gebet in een cyclische verhaalstructuur toont Karwai de overwinning van het beeld en de nederlaag van de emotie. Tranen versplinteren alvorens de grond te raken, een kus is een brutale dolkstoot recht in het hart. Voor de aanvang van de liefde zijn de personages getekend, erna emotioneel verbrand. Een melancholisch requiem van verloren zielen die het verdriet, de spijt en de woede om verprutste kansen uitzweten.

'2046' is een film die je met plezier laat rijpen in de tijd. Zoals het hoort bij Grote Romantiek.

zondag 6 april 2008

The Matrix


"The Matrix is everywhere, it is all around us, even now in this very room. You can see it when you look out your window, or you turn on your television. You can feel it when you go to work, when you go to church, when you pay your taxes. It is the world that has been pulled over your eyes to blind you from the truth."

'The Matrix' gaat de geschiedenis in als grensverleggend. Niet louter door zijn visuele aanpak, maar tevens omdat de trilogie de juiste (filosofische) vragen stelt. Deze intrigerende doorsnede van gnosticisme, boeddhisme, Jean Baudrillard en Plato's 'Politeia' benadert de fysieke realiteit als een schamele kuisheidslap voor een veel fundamentelere verschuiving binnen onze netwerksamenleving. Een permutatie in de verhouding tussen materie en bewustzijn. En een these over wat ons als soort in een samenleving identificeert.

In zijn baanbrekend werk 'L'image temps' poneert cultuursocioloog Gilles Deleuze dat de vorm van het ware is vervangen door "de macht van de schijn". Hoe meer een maatschappij doordrongen is van beelden en publiciteit, hoe dubieuzer de status van de werkelijkheid wordt ('Blade Runner' illustreert dit mooi). Wanneer is er sprake van schijn of van de feitelijkheid? Het eindigt in een opheffing van de grens tussen beide, de befaamde hyperrealiteit van Baudrillard. We leven in een kopie van de echte wereld die gebouwd is op verborgen codes. Het lijkt op het JavaScript van een webpagina: wat we zien ontplooit zich als een tekst waarvan de grammatica en het lexicon volkomen vertrouwd zijn, en daarachter verbergt zich een ander deel dat als in een geheimschrift lijkt opgesteld. En het loont de moeite zich ook met het gecodeerde luik bezig te houden.

'The Matrix' sluit nauw aan bij de veranderende tendensen in onze 9/11 samenleving, een lappendeken van militaire ideologieën en verborgen agenda's. Net voor Neo via het internet een activeringsbericht krijgt, zien we over zijn computerscherm boodschappen rollen die Morpheus bestempelen als een wereldwijde terrorist. Ook de term 'sleeper cell' doet hier zijn intrede. Morpheus spreekt over een slapende bevolking die bij haar ontwaken de vijand van de matrix en de politie zal worden. Een mooi voorbeeld van 'life imitating art'. Twee jaar na de release van 'The Matrix' maakte de Amerikaanse burger kennis met deze etikettering: 'Either you're with us or you're with the terrorists'. De gelijkenissen tussen 'The Matrix' en de huidige politieke strekkingen zijn verbluffend.

Parallel aan een hype als 'Big Brother' of aan films als 'eXistenZ' en 'The Truman Show' lanceerden de broers Wachowski met 'The Matrix' een dystopie over de geënsceneerde werkelijkheid. De film kapitaliseert op de steile opmars van virtuele werelden; een cluster van avatars, emoticons en simulatie. Materie en identiteit worden langzaamaan cybernetisch, ze sijpelen weg in een programmeertaal. Ooit raakt ook God gevangen in het Web.