zaterdag 23 juni 2007

Notorious

Er mangelt iets aan deze film. Een subtiele oneffenheid die me intrigeert, me zelfs dierbaar is. Misschien ligt het aan zijn onwezenlijke omgeving (een wijnkelder in Rio), een achtergrond die moeilijk te associëren valt met de gangbare noir setting. Misschien stuurt de hybride ontknoping mijn verwarring: een atletische spanning, met distantie in beeld gebracht door het vermoeide oog van een camera. Het laat me wat ontredderd achter.

Niettemin serveerde Alfred Hitchcock ons met 'Notorious' een haast volmaakte thriller, ontworpen met enorm veel talent. Hij dankt dit in hoofdzaak aan de twee hoofdrolspelers, Cary Grant en Ingrid Bergman. Zij vormen de centrale kwaliteit van dit spionageverhaal.

Ingrid Bergman is zonder concurrentie de lieflijkste actrice uit de filmgeschiedenis. Ze toont ons de mogelijkheden van een zacht glooiende vrouwelijkheid, van milde gratie met een serene perfectie. Geen individualistisch lichaam dat de liefde op de leest van het egoïsme legt, maar een sjabloon van amoureuze overgave. Ze noopt niet tot confrontatie. Ze is een vrouw die ontwapent, die pacificeert (en bijgevolg steeds in de val loopt). Door haar minzaam karakter sluit ze mooi aan bij de figuur van Cary Grant, de charmeur van de lichte toets. Hitchcocks democratisering van de angst gaat hij te lijf met zijn onverbiddelijke innemendheid. Een formule die naadloos werkt zoals hij liet gelden in andere films van Hitchcock ('North By Northwest' en 'To Catch a Thief').

In 'Notorious' zijn Cary Grant en Ingrid Bergman voor de toeschouwer een zuiver concentraat van emotionele inleving. Twee acteurs op het hoogtepunt van hun fysieke schoonheid. Copy writers van een doortastende romantiek, van een wederzijdse fascinatie. Beide dragen de unieke signatuur van een sensuele aantrekkingskracht, vullen elkaar feilloos aan.

Hij is de rust, zij is de tijd.

zondag 17 juni 2007

Se7en

David Fincher munt uit in het portretteren van isolatie. Hij boetseert zijn verhalen met personages die handelen buiten de doorsnee economie van het lichamelijk verlangen. Zijn figuren blijven mooi haperen in zichzelf. Het zijn buitenbeentjes met een stroeve aanraking; hun handen smeken nooit om een beetje huid. De intimiteit die ze sporadisch prijsgeven, richt zware ravage aan (Sigourney Weaver in 'Alien 3'); het uitdrukken van gevoelens stokt hun energietoevoer (Michael Douglas in 'The Game'). Ze zijn op hun hoede voor emotionele infiltraties, maar staan machteloos tegenover de huiveringwekkende gebeurtenissen om hen heen. Tegelijkertijd gewapend en weerloos. In die draaideur zitten ze klem.

In 'Se7en' stuiten we op Morgan Freeman, een opgebrande speurneus au vent mauvais, een cerebrale puzzelaar die teveel van de wereld heeft gezien. Hij opereert aan de nachtzijde van de maatschappij, in een urbaan landschap dat haar ethische reflexen is kwijtgeraakt. Morele onverschilligheid en bloedvergieten zwaaien er de plak. Zijn karakter William Somerset beent zichzelf uit door zijn moedeloos getob. Een diepe ontroostbaarheid zit hem ingebakken. Hij vertegenwoordigt als geen ander de melancholische, introverte eenzaat, levend in een druppel regen, in een lichaam waarin de pijn galmloos kan functioneren. Zijn contact met de buitenwereld verloopt krampachtig. Hij kent het compromis van de communicatie niet, enkel de starre gymnastiek van het afstandelijke. Door die kloof wint hij echter stelselmatig aan tegenwoordigheid. Hij is stil maar niet onbewogen; een sombere Pierrot die kijkt (en geniet) hoe de realiteit revanche neemt op onze fantasieën. De ondergang van de ander staaft immers zijn eigen morele exclusiviteit.

'Se7en' maakt brutaal duidelijk dat de ondeugd ons tot mens maakt. De enige figuur die niet rechtstreeks onderhevig blijkt aan de hoofdzonden is William Somerset, en ironisch genoeg is hij het eenzaamst en ongelukkigst. Daarmee poneert David Fincher dat zuiverheid noch zonde enige soelaas biedt op hoop of verlossing. 'Se7en' toont ons verdoemenis met een brede zone van scherpstelling. Beproevingen tussen het onkruid van sociale ruïnes; de laatste vibraties van een wegebbende beschaving.

zaterdag 16 juni 2007

Goldorak

Als kleine jongen was het zijn grote held. En eigenlijk is Goldorak dat nog steeds, al bazuint hij het nu minder rond (gêne). In zijn dagdromen vochten ze zij aan zij, in glorieuze en koene confrontaties met het tuig van de planeet Vega. Het was voor de jongen een eigen manier om bij de wereld te horen, het leidmotief van een enig kind dat zich het liefst tevreden stelde met het strikte minimum: zijn aandacht en de liefde (en zijn ontroering) voor het imaginaire beeld. Hij begreep reeds vroeg dat het bekeken leven boeiender was dan het geleefde; hij gaf de voorkeur aan een bestaan in de index van het denkbeeldige. Dit dreef een wig tussen hem en de anderen. Hij beleefde zijn emoties immers uitsluitend inwendig. De infantiele sentimentaliteit van een verhaal woog zwaarder door dan de tastbare en tactische mogelijkheden rondom hem.

De serie Goldorak was voor hem tevens een eerste kennismaking met de verliefdheid. Dat luchtige en tegelijk troostende gevoel in zijn lichaam voor Phénicia, prinses van Euphor. Een zuivere belevenis waar geen academische reflex (of reflectie) aan vasthing. Hij had het echter moeilijk met haar afwezigheid, ze was wekelijks amper een half uur bereikbaar op het televisiescherm (wanneer ze tevoorschijn kwam nam de jongen in zijn geest vlug snapshots van haar houding, haar gestiek, haar stem - zo kon hij haar de rest van de week in zich meedragen). Hij memoriseerde haar via een ingenieuze techniek waarmee hij fictie en werkelijkheid van nature aan elkaar koppelde. Deze vaardigheid optimaliseerde hij later, ze werd een grijpbaar escapisme waarmee hij in afzondering kon genezen van zijn medemens.
Haast dertig jaar later schiet Phénicia zo nu en dan nog door zijn hoofd, vooral op ogenblikken dat hij zich alleen voelt of onbegrepen. Wanneer hij bang is voor de dingen om hem heen. Momenten van regressie, een expeditie naar geborgenheid, en bovendien een parallelle beweging naar het waarom van een moeder die hij op jonge leeftijd moest afstaan aan de dood (een raadsel waarvan hij trouwens nooit de betekenis heeft begrepen).

Elke melancholicus heeft een machine als rolmodel. Voor de jongen is dit Goldorak. In een breder kader is dit eerder een kwestie van afgunst dan van begrip. Machines kennen tenslotte geen verleden, ze torsen het afmattende gewicht van hun herinneringen niet met zich mee, ze zoemen slechts intriest in alle stilte. De sonore klank van gladde digits en schakelaars. Andy Warhol gaf dit ooit prijs toen hij bekende: "I'd like to be a machine, because machines have got less emotional problems."

zaterdag 9 juni 2007

Grace Kelly

Wie mooi en volmaakt is in twee films, leeft eeuwig voort. In 'Rear Window' en 'To Catch a Thief' polijstte Grace Kelly het beeld van een koele klasse geglaceerd met sintels vuur. Meer dan thrillers waren deze films documentaires over haar lichaam; een ijle evenwichtsoefening tussen lust en distinctie, tussen het perverse en het onvergankelijke. Een leesbare rangorde van passie en verfijning. Het lichaam als schoonschrift.

Hitchcock wist aan Grace Kelly de hoogste vorm van acteursmagie te ontlokken. Behoed door zijn ongedeelde toewijding ontplooide ze een intens sensuele aantrekkingskracht, ongehinderd door welke beperking ook. Het was een charme, een 'touch' die nooit geforceerd overkwam. Dankzij Hitchcock voltrok de essentie van het acteren zich bij Grace Kelly: ze bespeelde onder zijn leiding een ander register van de werkelijkheid; ze bezorgde de toeschouwers momenten die tijdloos lijken en de sluier van het alledaagse opheffen. Om dit te bereiken gaf Hitchcock haar de rollen die ze nodig had: de courtisane vermomd als prinses, elegantie op een aldoor obscene onderlaag. Regisseur en actrice vormden zo een volmaakt team. Een voorbeeldige symbiose die abrupt verdween toen ze op haar zesentwintigste trouwde.

Haar huwelijk met Rainier van Monaco was een verbintenis waarbij ze emotioneel de verliezende partij bleek te zijn. Langzaam kwijnde ze weg in de bonbondoos van het prinsdom, enkel getroost door een erfenis aan herinneringen, weggeknipt uit een illuster verleden. Het enige avontuur dat haar restte was het nauwe en warme contact met de lokale Monegasken, waartussen ze zich ontwapenend mengde, zonder lijfwachten, zonder beschutting. Tot het einde veruiterlijkte Grace Kelly glamour op ademafstand.

zondag 3 juni 2007

Alistair Cooke

Hij begon zijn loopbaan bij de BBC in 1934 als filmcriticus en eindigde er in 2004 met het langstlopende praatprogramma op de radio ooit. Initieel plande de redactie de reeks 'Letter from America' gedurende 13 weken, maar Alistair Cooke hield het 58 jaar vol tot enkele dagen voor zijn overlijden. Hij presenteerde zijn wekelijkse kanttekening bij de Amerikaanse politiek met warme relativering, met een nu verloren gegane kunst van het understatement. Zijn omfloerste scherpte was een luxe geworden die onuitputtelijk genoegen schonk.

Alistair Cooke koos voor de anekdote als aanvangspositie. Aan de hand van een persoonlijk gezichtspunt ontleedde hij de jongste generaties en de opdringerige vitaliteit van het nieuwe. De Amerikaanse wereld en haar geschiedenis verbaasde hem oprecht en intens. Hij stond aan haar zijde van de bouw van het ijzeren gordijn tot na de schok van 11 september (die blinde vlek in onze nachtrust: de vrede onder borgtocht). Zijn wekelijkse column was een oase waarmee hij de maatschappelijke ontwikkelingen in een spiegel opnam. Het zorgde voor een stofwolk van bedenkingen, maar voortdurend met een esthetische aandacht voor de vorm, met de juiste dosering: het zelfbewustzijn van de handwerker.

Met zijn ervaring bracht hij het heden onder in het verleden. Alistair Cooke wees op de overdracht, op het onvermijdelijk herhalen van de fouten van vroeger: het patrimonium van het menselijk falen. Hij analyseerde de samenleving met een levenskennis die nooit ontaardde in cynisme, maar behield steeds een nette afstand (ervaring leidt tot onthechting). Hij maakte het spanningsveld tussen politiek en realiteit knipogend zichtbaar, ontluisterde de wetgevende macht door er reliëf in te brengen. Het flegma van het Britse conservatisme kan soms heel innemend zijn.

De reeks 'Letter from America' is in drie audioboeken verkrijgbaar op de Belgische portal van iTunes.