zondag 26 juli 2009

Starsky and Hutch

Wellicht voedt 'Starsky and Hutch' blijvend mijn nostalgie, is de serie een illustrator van sommige herinneringen naar de jaren zeventig. Reminiscenties van een kind dat opgroeit tussen de economische recessies, de densiteit van de Amerikaanse droom (en van het Westen in het algemeen) en de treffende idiotie van de disco. Herinneringen die me door hun vaalheid steeds weer doen glimlachen. Maar in dat glimlachen waait een diepe weemoed onherroepelijk om me heen, een zachte melancholie die mooi tot uiting komt in de ietwat domme scenario's die in de beelden van toen ingebakken zitten. Ofschoon het beeldmateriaal van 'Starsky and Hutch' voor de moderne kijker aftands en flets oogt, blijft het obligate leerstof for the education of the eye.

De beeldambities van het medium televisie waren in die tijd heel beperkt. Wat je op dat kleine scherm zag was meteen leesbaar; de beelden waren nog geen optische rebus die zoals vandaag de toeschouwer oefeningen oplegt om zijn visuele vermogens lenig en soepel te maken. Nochtans is de vroegere televisiecultuur niet beter dan de huidige: het zijn gewoon twee verschillende registers van het imaginaire, twee soorten aandacht en nieuwsgierigheid, twee soorten voyeurisme. Waar de hedendaagse verhaallijn ongegeneerd de prikkeling van de oogzenuw opzoekt, baadt de visuele textuur van de seventies in een amateuristische traagheid - smoezelig, onaf, ergens fragiel. Haar duurzaamheid ligt in die lacunes. (Vooral het kleurenpalet belichaamt deze tweespalt: de kleuren van de jaren zeventig hebben nog geen timbre gekregen, ze raken het netvlies heel anders, ze zijn nog niet gesatureerd tot pure luxe.)

In navolging van Robert Redford en Dustin Hoffman in 'All the President's Men' lanceerden de seventies het buddy effect in de beeldcultuur, de emotionele empathie en verwantschap tussen de hoofdpersonages waar 'Starsky and Hutch' zo schatplichtig aan is (en later ook 'Chips' en 'Kojak'). Hier staan onderlinge zorgzaamheid en menselijkheid hoog op de agenda. De personages articuleren vriendschap, loyauteit en eergevoel. Geen wonder dat zulke series vandaag zo gedateerd overkomen. Ze dompelen je onder in een miniatuurwereld waar goed en kwaad duidelijk gescheiden zijn, waar de werkelijkheid ons toelaat om een laatste keer naïef te zijn. 'Starsky and Hutch' laveert aandoenlijk tussen factueel realisme en die kinderlijke onschuld, tussen belangstelling voor de wereld en exploitatie van het cliché.

dinsdag 21 juli 2009

Jorge Luis Borges

A man sets himself the task of portraying the world. Through the years he peoples a space with images of provinces, kingdoms, mountains, bays, ships, islands, fishes, rooms, instruments, stars, horses, and people. Shortly before his death, he discovers that this patient labyrinth of lines traces the image of his face.
Jorge Luis Borges, epiloog van 'El Hacedor'

Mijn geliefkoosde auteur. Ooit leer ik Spaans, louter om de taal van Borges in zijn authenticiteit te kunnen lezen. De waardigheid waarmee hij schrijft is van een adembenemende kwaliteit. Zijn signatuur is speels en complex, helder maar met een hoge moeilijkheidsgraad, een bastion van het intellect en toch nooit gekunsteld. Het gaat hier om de pure idee, om de ontcijfering van het zichtbare. Borges boorde zijn angel diep in het vraagstuk van de werkelijkheid en de daar innig mee verbonden status van het ik. Hij trachtte het raadsel van de wereld te formuleren.

Reeds op zijn negende schreef hij een inleiding tot de Griekse mythologie. In boeken zocht hij troost en compensatie voor een leven van affectieve ontberingen. Borges was een man van papier, emotioneel geremd, die in de literatuur een heroïek vond die zijn eigen bestaan hem niet leek te gunnen. Hij idealiseerde gaucho's, messentrekkers, fysieke mannelijke moed, maar confronteerde die vitaliteit met de terugblik, met een encyclopedische kennis waaruit hij eindeloos put en recycleert. En die combinatie zorgt voor een unieke stem; hij beschreef het inlandse, de misdadigers, gangsters en piraten met evenveel warmte en begeestering als waarmee hij Schopenhauer of Kafka toelichtte.

Wie de couleur locale van Argentinië wil smaken, belandt bij Borges. Hij is voor Buenos Aires wat Fellini voor Rome zou zijn: schitterende raconteurs met de korte, fictieve anekdote als hun vorm. Enkele toetsen volstaan om een personage neer te zetten, een configuratie, een verhaal. Buenos Aires was voor Borges een stad waar alles mogelijk is, die een oneindig aantal verhalen verborg zoals het Bagdad uit 1001 nachten. Daar tussen de pampa's en de eucalyptussen, tussen de kerken en de krotten, de vitrines en het smeedwerk portretteerde hij de volksaard, de ziel van de natie. Haar personages kruidde hij met een eigen logica, met magische effecten van spiegels en labyrinthen, jonglerend met de grenzen van tijd en ruimte. Hij kruiste de modale Argentijn met de hele wereldliteratuur.

Borges lezen, en vooral herlezen, is een overrompelende ervaring. Zijn denkschema's stralen de schoonheid uit van een openbaring die net niet doorbreekt, zodat we steeds in een glimp verrast kunnen worden door onze eigen verbijstering. Het is de triomf van een literatuur waar de scheidswand tussen werkelijkheid en fictie verontrustend dun is, waar alles terugkeert en niets ophoudt. Door te schrijven nam Borges deel aan een dialoog die duizenden jaren geleden begon en nooit zal eindigen.

To make his horror complete, Caesar, pressed to the foot of a statue by the impatient daggers of his friends, discovers among the blades and faces the face of Marcus Junius Brutus, his protege, perhaps his son, and ceasing to defend himself he exclaims: “You too, my son!” Shakespeare and Quevedo revive the pathetic cry.
Destiny takes pleasure in repetition, variants, symmetries: nineteen centuries later, in the south of the Province of Buenos Aires, a gaucho is attacked by other gauchos. As he falls he recognizes an adopted son of his and says to him with gentle reproof and slow surprise (these words must be heard, not read), “Pero che!” He is being killed, and he does not know he is dying so that a scene may be repeated.