zaterdag 25 augustus 2007

Body Heat

Zelden weerspiegelde een titel zo nauwkeurig het verhaal. 'Body Heat' is een steekspel van zweet en extreme intimiteit. Een opstandige parabel over 'bodies in heat' en 'bodies that feel the heat'. Regisseur Lawrence Kasdan ontvouwt misdaad en erotiek in al hun mogelijkheden. Deze film trekt de lust het beeld binnen.

Dat 'Body Heat' zich na 25 jaar staande houdt, dankt de film aan zijn strikte naleving van de noir conventies. We zien het Florida van de tachtiger jaren (nochtans geen gebruikelijke hardboiled omgeving) verrijkt met visuele anachronismen uit de beginperiode van het genre. Het vat fraai de lichtatmosfeer van de noir traditie samen: een brandende hitte die flirt met verontrustende slagschaduwen. 'Body Heat' afficheert imminente tragedie. Laag na laag, kader na kader, detail na detail. Een virtuoze beeldtaal bedwelmd door de lichtfilters op het camera-oog: afwisselend drukkend warmrood versus onpersoonlijk blauw. De lome, jazzy soundtrack van John Barry is de strik rond het geheel.

Body Heat' groef zich in een diepe sociologische breuklijn. In 1981 zaten de Verenigde Staten gekneld tussen de beleidsmatige malaise van de regering Carter (Irangate, De Sovjet-Russische inval in Afghanistan, een haast bodemloze economische recessie) en de aanloop tot de Reagonomics met zijn onbeteugelde monetaire en seksuele impulsen. Die verschuiving was van kapitaal belang voor de positie van de femme fatale in het genre. Waar haar seksualiteit in de klassieke film noir in balans werd gehouden door het schrikbeeld van de censuur, gaven de maatschappelijke liberaliseringen van de jaren tachtig haar de kans een lichamelijke strategie expliciet te verzilveren. 'Body Heat' verwierp de vordering dat seksueel en immoreel gedrag moet gestraft worden. De femme fatale eigent zich nu autonoom en zonder affecten een streefdoel toe; ze handelt eerder in termen van actie en implementatie dan door suggestie. Haar beïnvloeding gebeurt niet langer zachtjes aan, aleatoir, in een gefaseerde ontplooiing, maar drastisch, de vlucht vooruit, zo precies en scherp mogelijk. Zodoende werd 'Body Heat' een blauwdruk voor latere neo-noirs met de figuur van de sterke, manipulerende vrouw: Linda Fiorentina in 'The Last Seduction' en Sharon Stone in 'Basic Instinct'. Het boze slagveld van hun verlangen leidde de antiheld naar zijn ondergang of eindigde in desillusie. In puin verzameld op de vloedlijn. Geluk als restsubstantie, als afval. De happy ending is er opgejaagd wild.

Vele critici ervaarden 'Body Heat' terecht als het beste regiedebuut sinds Orson Welles' 'Citizen Kane'. De film is niet louter een liefdevolle hommage aan de noir iconografie uit de jaren veertig, maar herdefinieert met een briljante flair het genre in kleur. Ernaar kijken blijft een verpletterende belevenis.

zondag 19 augustus 2007

Battlestar Galactica

Met de oorspronkelijke serie uit 1978 liftte het televisienetwerk ABC mee op het succes van 'Star Wars'. Hoewel enorm in trek bij de jeugd, bereikte 'Battlestar Galactica' niet het verhoopte aantal kijkers. Na één seizoen schrapte men reeds de programmatie. Wat restte was een uitgekiende marketingstrategie en vooral de kolossale merchandising: in nagenoeg elk gezin van de Verenigde Staten vond je een broodtrommel met de beeltenis van een cylon.

De nieuwe reeks, die startte in 2003, vertelt een overeenkomstig verhaal -de uitroeiing van de menselijke soort- maar wijkt in zijn beeldtaal scherp af van het traditionele patroon van een science-fiction serie. Diep schatplichtig aan 'Black Hawk Down' zet het de fysieke oorlogsvoering verbazingwekkend realistisch neer. De kitsch van de jaren '70 is omgeruild voor een natuurgetrouwe mise-en-scène. De jongste 'Battlestar Galactica' lijkt met zijn perfect leesbare beeldopbouw haast op cinéma vérité.

De belangrijkste differentiator is echter de ontwikkeling van de cylons. Nu ze kunnen muteren in een menselijke gedaante zijn ze biologisch met ons verwant, ze zitten in het verlengde van de mens. Het mechanische en het humane raken elkaar, er zijn verbanden, mengzones en transformaties. Ze werken niet meer als een primitieve versie van onszelf, maar als spiegelbeeld. De mens ziet zichzelf in deze cybernetische levensvorm, als een puur citaat van ongebreidelde agressie, bedrog en manipulatie. De cylons vertellen op een negatieve wijze wat ons samenbindt als mens.

Vermits de nieuwe cylons beschikken over een innerlijke dimensie van gevoelens en bewustzijn, kennen ze tevens de godsdienst. Hun religieuze bezieling stuwt het volledige verhaal. 'Battlestar Galactica' draait de geloofsbelijdenissen echter spitsvondig om. De cylons gehoorzamen aan één God, hun evangelisme botst genadeloos met de veelgoderij van de mensen, die zich inspireren op de oude Romeinse en Griekse verering. Een ironische omkering resulterend in het treffen van de 'goede' godsdienst van de robotten met de 'achtergestelde' afgoden van de mensen.
De religieuze invalshoeken van 'Battlestar Galactica' zijn als complex en divers als in onze echte wereld.

zondag 12 augustus 2007

Carole Lombard

Verleiding als communicatie, als een vertellend geheel. Ze was een van de weinige vrouwen wiens schoonheid Marlene Dietrich naar de kroon stak. Met haar naturel die ze uitspeelde als schijn, veroverde ze harten en ogen. Carole Lombard bracht als eerste de notie glamour in het genre van de screwball comedy.

Glamour in de comedy vergt een heel andere investering dan in het melodrama. Het beeld van de glamour in het melodrama getuigt van pure declamatie. Het glamoureuze lichaam verkondigt er: "Kijk naar mij. Ik laat zien hoe ik bekeken wil worden." Een lichaam dat voortdurend zichzelf ziet staan en zich ook zo voorstelt aan de realiteit. De spiegel fungeert er als een venster op een buitenwereld die als 'anders' wordt erkend. Er is een strikte scheidingslijn tussen het 'ik' en de entourage: de pose. Ze grenst zich af, ze is vaak zo kil als de lens die haar filmt. In het melodrama eindigt de glamour daarom in de nulgraad van het verlangen. Wanneer alle banden met de omgeving zijn doorgeknipt, rest er geen interactie meer. Enkel een naar binnen gekeerd schouwen. Het verlangen verstrijkt in een slapende melancholie. De terugblik is de enige optie. In die introverte positie ligt haar pracht.
De comedy verplicht tot veel meer authenticiteit. Elke gebeurtenis zit er in een globale ervaringscontext, de belevenissen wortelen in het alledaagse. Alles is zichtbaar en overzichtelijk. Een zeer herkenbaar referentiekader. De glamour valt er tussen de plooien van de compromissen en moet zijn omgeving dus van repliek dienen. De houding is warm en extravert, ze is veel robuuster geworden en kijkt vooruit. Er is beweging, elan. Een wedren naar de lach.

In het acteren van Carole Lombard is een rijk enthousiasme aan het woord. De kunst om elke weerstand om te zetten in een meegaan. Ze leende zich tot een wereld boordevol suggesties. Bij haar waaiert iedere droom uit in een werkelijkheid.

James Nachtwey

Zijn beelden lezen als een gebedenboek over de waanzin in onze tijd. Ze tonen het resultaat van een snijdend leed omkaderd in een gestileerde enscenering. Een golfbeweging van sierlijkheid en van een smart die brutaal in je gezicht kaatst. In dat onevenwicht heeft James Nachtwey zijn evenwicht gevonden.

We stoten bij Nachtwey op lichamen in pijn. Een pijn waaraan de motoriek ontzegd is, die tevoorschijn komt in een drukkende stilte. Het is het beeld van de gemuilkorfde schreeuw. Hij wijst aan en reveleert. Het zijn halteplaatsen van vaak vergeten conflicten, gebet in een diepe empathie voor de Ander. James Nachtwey geeft stem aan de collateral damage.

De jaren zestig waren een periode waarin de persfotografie een kantelmoment doormaakte. Voor het eerst in haar geschiedenis stelde ze zich onafhankelijk op tegenover het politieke discours. Een heel nieuwe dimensie kwam braak te liggen. Ze projecteerde zich in het bewustzijn van de burger en zorgde dat niet louter de politieke klasse de maatschappelijke agenda afbakende. Soms stelde ze de inertie van het beleid aan de kaak (de inval van de Sovjet-Unie tijdens de Praagse Lente, de burgerrechtenbeweging), een andere keer wraakte ze het officiële betoog van de instanties (de Zesdaagse Oorlog in het Midden-Oosten, Vietnam). In dat decennium kwam de kerntaak van de pers -zich opwekken als alternatief voor de argumentatie van het politieke bestel- tot volle wasdom. Ze leverde op ethisch vlak niet langer beelden van een tweede graad af.

Deze diepe verschuiving inspireerde het engagement van James Nachtwey. En zo capteert hij wat een oorlogsfotograaf steeds hoort over te dragen: beelden die aanbeuken tegen ons geweten.


zondag 5 augustus 2007

Sin City


And you could have it all, my empire of dirt
Nine Inch Nails, ‘Hurt’

'Sin City' herleidt de wereld tot abattoir. Een helse metropool waar de proliferatie van wraak, wanhoop en agressie niet langer in te dammen is. Na de teleurstellende adaptaties van 'Daredevil' en 'Catwoman', is er eindelijk een coherente transitie van de strips van Frank Miller naar het bioscoopscherm. In 'Sin City' blijft de sombere premisse ongehavend. Helden zijn er onbestaande, iedereen vertrekt of belandt in de goot. De totale verloochening van normen en waarden is de sterkte van deze comic noir.

Weinig films weten je na tien seconden pellicule zo te bezweren. 'Sin City' schraagt een grensverleggende beeldtaal achter een dikke laag pulp. Getrouw aan de rauwe tekenstijl van zijn origineel bewierookt regisseur Robert Rodriguez het oppervlakkige, de eendimensionaliteit. Digitale technologie hanteert hij om een analoge, afbladderende omgeving te scheppen. Schaduwen en clair-obscur vergezichten met terloopse kleuraccenten vormen de mise-en-scène. De personages zijn radicaal gestileerd. Soms roepen ze het idioom op van de jaren veertig, op andere ogenblikken gelijken ze op een doorslag van de barokke figuren uit de schilderijen van Frank Frazetta. De donkere getuigkracht van een perfide glamour.

Toch geraakt achter deze baldadige esthetiek het narratieve niet in de verdrukking. Net als in 'Pulp Fiction' weven de verschillende verhaallijnen zich inventief door mekaar. Ze staan ieder op zich, maar het compromisloze geweld zorgt dat ze samenkomen in een geheel dat zijn weerga niet kent. Het ene beeld voedt een nieuw beeld in een ander verhaal. De cynische voice-over klinkt alle structuren mooi vast. Een stijl op het scherpst van de snede.

'Sin City' laat geen enkele mogelijkheid van de film noir onbenut. Het benadert de perfectie van het genre. Koud en hard. Zwoel en sexy.


zaterdag 4 augustus 2007

The End of the Affair

Verlangen en schuld vormen de locaties in zijn romans. De opvattingen van Graham Greene laten geen ruimte voor een gereduceerde visie op de menselijke handelingen. Harmonie is er een lege huls, de complexiteit openbaart zich als een evidentie. Hij is een reflectieve romancier, perfect in lijn met Dostojewski en André Gide. Ze polijstten hun technische vaardigheden als auteur om een labyrintische wereld te projecteren onder dominantie van God. De intensiteit van Greene's oeuvre wordt in de verf gezet door een loopgravenoorlog met religie, die hem tegelijk bekoorde en als een fuik omgordde.

'The End of the Affair' is het sluitstuk van Greene's katholieke trilogie. Na de eerste twee delen ('Brighton Rock' en 'The Power and the Glory') achtte hij de tijd rijp om enkele diepe morele kwesties met hallucinante detaillering onder de loep te nemen.

Vijftig jaar later boet zijn aangrijpendste roman nauwelijks in aan spankracht. Graham Greene neemt ons op sleeptouw door een driehoeksrelatie tussen man, vrouw en minnaar. Het is een tijdloos en ontroerend relaas van menselijke tekortkomingen en breekbaarheid, geschreven met verbluffende virtuositeit. Een haarlok heeft in 'The End of the Affair' de scherpte om een levenslang emotioneel litteken na te laten. Greene draait gevoelens binnenste buiten tot ze onderworpen zijn aan elke mogelijke beleving. Geen enkele lichamelijke investering blijft onschuldig. Haat is er de handschoen van de liefde: beiden maken dezelfde bewegingen, het een gloeit na in het andere. Het intieme ligt in dit boek in een wankele bedding.

'The End of the Affair' is wild en treurig, vulgair en idealistisch, ruig maar geraffineerd; een accuraat beeld van een tijdvak vol doortrapte luister, van lafheid tot bravoure. Hartstocht is er gekneed uit weemoed, zoals het citaat van de Franse letterkundige Léon Bloy aan het begin van de roman: "Man has places in his heart that do not exist. And into them enters suffering in order that they may have existence."