zondag 14 januari 2007

De maan

Ik ben een kind van de maan. Mijn relatie met de zon is stukken problematischer: ze vermoeit, maakt me op genadeloze wijze neerslachtig, werkt emotioneel verminkend. Ik kijk naar de zon, de zon kijkt naar mij en we hebben mekaar niets te zeggen. Voor mijn part verbant men haar, samen met die gruwelijke Orde van Aanbidders. Niet op een boogscheut, maar liefst ver weg: er is plaats genoeg in het heelal.

De maan echter vertrouw ik al mijn geheimen toe. Ze is mijn zielsverwante, mijn gids en toevlucht. Nooit maalt ze om mijn tegenstrijdigheden, om my ever changing moods, nooit wijst ze me af. Sommigen lijkt ze kil en ondoorgrondelijk (vreemd genoeg een aanmerking steeds geformuleerd door mensen met een zwakke intuïtie), maar mij schenkt ze troost, een gevoel van geborgenheid. De maan is niet kil; alles is er gewoon intens afwezig. Het resultaat van een tegenstrijdige ascese: het grootste gruis slaat in op haar oppervlakte, op haar huid (meteorieten) en ze geeft geen krimp.

Onlangs kocht ik er grond via de Lunar Registry, een soort immokantoor van de Lunar Republic Society. De keuze was allerminst eenvoudig: we hebben haar streken bedacht met de mooiste namen ("Bay of Rainbows", "Lake of Dreams", "Sea of Clouds",...) maar ik opteerde voor de "Sea of Tranquility", blijkbaar een toplocatie. Voor amper 38 dollar bezit ik er nu mijn stukje land. Een fijn gevoel.