zaterdag 23 augustus 2008

The Wire

No one wins. One side just loses more slowly.
"The Wire", episode 41

'The Wire' is schuimwijn, een frizzante die klaterend over je tong rolt. Het prestigieuze HBO-produktiehuis van Time Warner (bedenkers van onder meer 'The Sopranos', 'Six Feet Under', 'Rome') bevestigt met deze serie opnieuw de verbazingwekkende creativiteit en suprematie van de huidige, Amerikaanse televisiecultuur. De plot oogt eenvoudig en bekend: een corrumperend politiekorps worstelt met de glibberige bloedplassen van drugsdealend Baltimore. Ordehandhavers worden wegens het politieke geschuifel van hun meerderen tegen hun normale functie ingezet en moeten opereren in het domein van het twijfelachtige, het dubieuze. 'The Wire' capteert op voortreffelijke wijze dit sociale milieu en de verrassende wendingen erbinnen.

Het zijn verhaallijnen die je telkens achterover slaan. Een vuurwerk van botsende ideeën, wonderlijk soepel in de mond van personages gelegd. De scenaristen overtillen zichzelf zelden: haast alle variaties rijgen ze in een duidelijk geheel aan elkaar; het verhaal volgt in perfecte synchronie elke beweging van de acteurs. Er is in 'The Wire' speelruimte voor zelfironie, humor en een ontspannen verteltrant. De karakters krijgen traag hun volume en worden respectvol in de 'wereld' gezet, heel andante. Ze zijn narratieve instrumenten uit de klassieke school. Vanuit dat inleidende platform krijgt de serie wortels, nuances en dus haar kritische massa; een lading waarin verschillende perspectieven en interpretaties geplaatst worden zodat de toeschouwer van plaats kan veranderen en een coherente visie krijgt. The scripts van 'The Wire' zijn geen vereenvoudigde doe-het-zelfpakketten. Dit is bouwkunst.

De carrière van de drugsbaron: zwierig en vol onbehagen, belofte en eindstation. 'The Wire' toont in vele vormen de wreedheid van de straat. Jongeren met een flinterdunne emotionele biografie die hoger op de misdaadladder willen en die zich onbesuisd elke vorm van macht toe-eigenen. Macht waarvan ze de definitie ontlenen aan George Orwells '1984': "Power is a boot stamping in a human face. Forever."