woensdag 13 augustus 2008

Mark Rothko

Er klopt een hartslag in zijn schilderijen, half verborgen tussen het karmijnrood en het tijdloze paars. Ze sleuren je mee naar een mysterieuze plek in het universum, een avontuur in een onbekende ruimte. Een bestemming waar enkel kunst met een hoofdletter je naartoe weet te loodsen. Zijn doeken zoeken het gebied op waar we mogelijk vandaan komen of waar we later naartoe zullen gaan: de drempel van de eeuwigheid. Het is een haast religieuze beleving die je ervaart, net als het kijken naar de slotscène in '2001: A Space Odyssey' van Stanley Kubrick. Even emotioneel meeslepend en sensueel verslavend. De schilderijen van Mark Rothko zijn eilanden van stilte, een handleiding zonder woorden.

Het zijn niet de kleuren zelf waarmee Rothko indruk maakt op onze zintuigen, maar wat hij ze laat doen. De kleur zit niet langer in de dingen die hij penseelt, maar in het schilderij zelf. Op het eerste gezicht lijken ze rustig en beheerst. Toch merk je de beweging op als je ze laat inwerken; ze dijen uit en ademen. Dit zijn geen tableaus die doelloos wachten op de toeschouwer, ze trekken ons naar zich toe en we laten ons er bang door overweldigen. Ze zuigen je mee naar een blakende en wazige verte. Een inwendig licht houdt je urenlang in de greep. Ze stralen een geheimzinnig magnetisch veld uit dat je nog in je rug voelt lang nadat je je hebt omgedraaid.

Rothko geeft de kijker het gevoel dat hij opgesloten zit in een kamer waarvan ramen en deuren zijn dichtgemetseld. Je kan er alleen nog met het hoofd tegen de muur lopen. Steeds weer. Het zijn robuuste en horizontale, soms verticale schilderijen met contrasterende kleurstroken, stevige zuilen die hun gewicht moeten torsen: het gewicht van de menselijke geschiedenis. In zijn werk legt Rothko de emotionele lading van de Oude Meesters die hij zo bewonderde: Rembrandt en Turner. Je herkent in die grote, fascinerende doeken het onontkoombare gevoel voor menselijke tragedie. De tragiek hangt altijd om de verf heen en openbaart zich in een nieuwe gevoelstaal. Rothko communiceerde de essentie van de kunst: het vastleggen van de menselijke waarden van een beschaving.

Naar het eind van zijn carrière toe verdwenen de kabbelende randen van flakkerend licht die zijn doeken zoveel dynamiek gaven. Hij verving ze door een inktzwarte nacht. Het lijkt alsof Rothko trachtte te vatten hoezeer je het licht kan verduisteren. En daarmee bracht hij het gevoel over dat iets begraven werd. Zijn laatste schilderijen waren een tocht naar het kerkhof van de abstractie.