zondag 1 juni 2008

Kronenburg Park

De melancholie van Frank Boeijen is een goudstandaard van de droefheid, een weke ruïne in het mulle gruis van het alledaagse. Luisteren naar zijn muziek is als het maken van een reis die geen enkel agentschap in haar folder heeft, een introspectie op de berm van de vooruitgang. Frank Boeijen zingt over de bakermat van de verliefdheid (het gemis, de korte scheiding tot het weerzien, het wachten op) en nooit over de afkoeling van het verlangen (de rancune). Aan het werk hier is een zanger die van afscheid en weemoed doordrongen is.

De tekst van 'Kronenburg Park' is een plek waar amoureuze fricties uitvoerig gearticuleerd worden. Dit nummer over een tippelaarster in een park behoort tot het mooiste wat het Nederlandstalige lied ooit heeft geschonken. Het is brutaal en begrijpend. Zacht en krachtig. 'Kronenburg Park' richt zich op de definitie van de prostitutie: twee lichamen die elkaars wanorde voorleggen en bevrediging zoeken door hun aandacht te verschuiven: van zien naar tasten, van netvlies naar vingertoppen. Liefde die 'in handen' wordt genomen.

Maar vooral die hoer in het liedje heeft recht op empathie. Misschien heeft het bestaan keihard op haar ingemept. Wellicht is er iets fundamenteels gebroken bij haar, ergens tussen adolescentie en volwassenheid. Misschien is ze een vrouw die niets meer verwacht (en verlangt) van het leven. En voelt ze zich zo teleurgesteld dat die inversie van het geluk haar zelfs niet meer raakt.

Ik weet niet wat jou zover heeft gebracht
Als ik jou zie 's avonds bij het park
De autolichten beschijnen je lichaam
Zonder ogen zonder herinnering
Ik neem aan dat je nooit liefde hebt gehad
Ook niet toen dat zo belangrijk voor je was
De woorden die bij jou horen
Zijn goedkoper dan ik dacht
In één seconde ging het regenen vannacht

Ga die wereld uit één seconde
En rij snel door die wereld uit
Ga die wereld uit één seconde
En kijk goed rond in ons paradijs
En vraag niet naar de weg
Want iedereen is de weg kwijt

Frank Boeijen: een melancholicus met de milde g in zijn stem, met een zachte snik in de ziel. Hij bezingt het leven als een immigrant van de eerste generatie; iemand die nooit zal wennen aan zijn nieuwe omgeving. En dat ongekende thuisland is voor Frank Boeijen de wereld om hem heen en de vrouwen die hij erin liefheeft. Van de courtisane tot het hoertje.