zondag 9 maart 2008

Ashes to Ashes

Bij de release werd ik meteen getroffen door de buitenissige atmosfeer van 'Ashes to Ashes'. Het hele concept van het nummer (en ook de videoclip) functioneert haast als de Aleph uit het kortverhaal van Borges, een punt waarin alles zich weerspiegelt, waar de dingen zich absurd onttrekken aan tijd en ruimte, ontsnappend aan het houvast van een symbolische orde. Het is een roes in een kraakheldere koortsdroom.

Voor de extraverte David Bowie lijkt 'Ashes to Ashes' een merkwaardige en melancholische introspectie. Een song die al zeilend inwaarts trekt, een langzaam kauwen op de gebeurtenissen. Het handelt over een persoonlijk deficit (drank en heroïne): niet zozeer over drugs als betekenis maar als praktijk (verslaving). De tekst is geen influistering van moed als je de weg kwijt raakt, maar een worsteling. Major Tom uit Bowies debuut 'Space Oddity' -de androgyne ruimtevaarder- is in 'Ashes to Ashes' vervallen tot een pure junkie. Bowie bezingt de neergang gevoelloos, zonder ironie alsof het een mathematische registratie betreft.

In de wende van de jaren zeventig en tachtig stond David Bowie voortdurend aan het roer van nieuwe trends. Hij beschikte over een innovatieve gave die elk potentieel moeiteloos inloste. 'Ashes to Ashes' en het album 'Scary Monsters' plaveide de weg voor de new wave van The Cure en Joy Division. Adelbrieven van verlatenheid en verloren zijn. Met zijn complexe vocale structuur, zijn synthetisch geluid met funky bass en zijn hypnotiserende laatste refrein ("My mother said to get things done, you'd better not mess with Major Tom") verwierf 'Ashes to Ashes' een tijdloze cultstatus en een iconische kracht voor de eighties.

'Ashes to Ashes' is een weemoedig traktaat uit de gouden periode van Bowie. Zacht in al zijn zwaarte en behept met een onevenaarbaar gevoel voor het theatrale, voor het zwierige van le vent mauvais. Hierin schuilde het genie van Bowie: hij wist met het detail van een pointillist de donkere zijde van het bestaan te schetsen. De werkelijkheid penseelde hij als een dreigende frontlinie van permanente vervreemding en niet louter als de backoffice van cohesie en evenwicht.