zaterdag 12 januari 2008

Rammstein

Ik mag ze wel, de Duitsers van Rammstein. Hun act is zo geaccentueerd met overdrijvingen dat ze haast belanden in het register van de camp. Ze exploreren de grens van de geloofwaardigheid in alle richtingen. Een gekunsteld spel van rookgordijnen, soms met acute ernst. En hoe geraffineerd brengen ze dit tot stand. De onderliggende lagen in hun muziek gommen ze weg, de complexiteit wordt gereduceerd tot een eendimensionale vlakte. Een zuivere afgeplatte vorm die alle draden van tekst, ritme en luisteraar samenknoopt. Iedere kritiek ketst er stellig op af.

Rammstein wordt geritmeerd door literatuur, mythen en visuele kunsten. Hun stijl drapeert zich met de Duitse poëzie van de Neue Sachlickeit, een stroming met Georg Trakl als cruciale exponent, iemand die de werkelijkheid vatte in concrete beelden van bloed en verbrijzelde gezichten (wat doorsijpelt in Rammstein's fascinatie voor gore en wanhoop). Tevens pronken ze met het naoorlogse expressionisme van Otto Dix, een schilder die na vier jaar loopgraven feilloos een door dreiging en terreur geteisterde psyche wist te capteren. Tenslotte kent hun clipcultuur een narratieve inkapseling van Noorse en Germaanse sagen (van Sneeuwwitje tot de Elfenkoning van Goethe).

De muziek van Rammstein is niet Europees maar oerduits. Ieren of Monegasken zijn hiertoe niet in staat. Enkel het Duits leent zich tot krachtige, ritmische songs en de bijbehorende overdonderende retoriek. Andere talen schieten hierin (gelukkig) tekort. Toch is het oeuvre van Rammstein niet ruw maar louter brutaal. Een muziek van tussen de lijnen door, heel meesmuilend en merkwaardig ingebed in het pacifisme van het nieuwe Duitsland. Hun sound is gesofisticeerd en superb georkestreerd. Ze verbinden metal, techno en technieken van de klassieke muziek. Je vindt er Arabische koren in terug, tot het geluid van stampende laarzen.

De steeds fysiek aanwezige agressie bij Rammstein is geen beleefde categorie maar een puur uitwendige karakteristiek. Een dictatoriaal rechts zoals Andy Warhol haar zou hebben afgebeeld, esthetisch en vol ironie. In dat kader functioneert hun muziek als de hedendaagse schilderijen van Neo Rauch (eveneens geboren achter de Muur), die zijn doeken stoffeert met een sardonische hulde aan de communistische DDR-propaganda. Rammstein is niet de doos van Pandora die het Duits nationalisme los laat, maar het deksel dat alles luchtledig vastschroeft. Een efficiënt tonicum voor een natie die reeds decennia lang worstelt met haar verleden en haar verborgen impulsen. De ziekte is hier het geneesmiddel.