zondag 6 januari 2008

Bright Lights, Big City

"De openhartigheid was aanstekelijk. Zij spreidde zich uit tot het begin van je leven. Je probeerde haar, zo goed en zo kwaad als het ging te vertellen wat het betekende om jou te zijn. Je beschreef het gevoel dat je altijd had gehad, misplaatst te zijn, altijd aan één kant naast jezelf te staan, jezelf gade te slaan in de wereld en tegelijkertijd in de wereld te staan, terwijl je je afvroeg of iedereen zich zo voelde. Dat je altijd geloofde dat andere mensen een helderder beeld hadden van waar ze mee bezig waren, en zich niet zo druk maakten over het waarom. Je praatte over je eerste dag op school. Je huilde en klemde je vast aan haar benen. Je herinnerde je zelfs hoe haar geruite lange broek aanvoelde, het kriebelende gevoel aan je wang. Ze stuurde je naar de bus - ze onderbrak je hier om te zeggen dat ze het niet veel leuker vond dan jij - en je verstopte je in het bos tot je de bus zag vertrekken en ging toen naar huis en zei dat je hem gemist had. Dus bracht ma je met de auto naar school, en tegen de tijd dat jullie daar aankwamen, was je een uur te laat. Iedereen keek naar je toen je binnenkwam met je briefje en hoorde je uitleggen dat je je bus gemist had. Toen je ten slotte ging zitten, wist je dat je ze nooit meer zou inhalen."
Jay McInerney, 'Bright Lights, Big City'

No comment.